24-10 Met Ivebica een bezoek aan het Schoonselhof
We waren hier al eerder maar nu met een gids langsheen opvallende tombes en graven van beroemdheden.
Schoonselhof ontstond na de uitbreiding van "stad Antwerpen" waarvoor de begraafplaatsen in de stad (Groenplaats, Stuyvenberg, Kiel) ontgraven werd en overgebracht naar hier.
Schoonselhof wordt soms ook het Antwerpse Père-Lachaise genoemd.
Schoonselhof ontstond na de uitbreiding van "stad Antwerpen" waarvoor de begraafplaatsen in de stad (Groenplaats, Stuyvenberg, Kiel) ontgraven werd en overgebracht naar hier.
Schoonselhof wordt soms ook het Antwerpse Père-Lachaise genoemd.
|
|
KORTE GESCHIEDENIS
Dankzij het initiatief van de Antwerpse Schepen voor Cultuur Frans Van Kuyck werd het Schoonselhof in 1911 door de stad verworven om te dienen als laatste rustplaats voor de doden. Daarvoor had het domein al een rijke geschiedenis. De naam Schoonselhof zou afgeleid zijn van Jan van Wilrike, gezegd van Sconsele (1319). Eertijds zou er, nabij de Schansvelden, een hoeve genaamd Sconsele bestaan hebben. Sconsele zou staan voor "schoon", mooi en "zele" voor huis of moerassige, vochtige grond. Het eigenlijke kasteel Schoonselhof was aanvankelijk een "huis van plaisantie", in de 16e eeuw een buitenverblijf van in Antwerpen gevestigde, vermogende kooplieden, en het domein lag in de heerlijkheid Wilrijk. Sinds 1540 kende het Schoonselhof een twintigtal eigenaars. In 1871 wordt Julius Moretus de laatste kasteelheer van Schoonsel. Hij sterft ongehuwd in 1911 en de stad Antwerpen koopt het landgoed van 84 hectare voor 806.799,10 frank en 58.000 frank beschrijvingskosten en bestemt het tot begraafplaats.
De aankoop was het onrechtstreeks gevolg van een decreet van keizer Jozef II. Dit edict van 26 juni 1784 maakte een einde aan begravingen in kerken en op kerkhoven. De nieuwe begraafplaatsen dienden buiten de stadskern opgericht. Het Groenkerkhof, thans Groenplaats, verdween, Stuivenberg, nu Stuivenbergplein, werd ingericht als stedelijke begraafplaats, Kiel als parochiale. Sint Willibrorduskerkhof en Sint Laurentiuskerkhof bestonden al. Sint Willibrorduskerkhof verdween in 1886 gedeeltelijk, toen de nieuwe kerk werd opgetrokken, en werd volledig ontruimd in 1891. Sint Laurentiuskerkhof, daterend van begin 18de eeuw, verdween eveneens eerst gedeeltelijk en werd in 1928, wanneer de Sint Laurentiuskerk opnieuw vergroot werd, volledig gesloten. Stuivenberg werd gesloten op 1 januari 1875, maar het duurde nog tot 1895 vooraleer de begraafplaats volledig opgeruimd werd. Vanaf 1875 nam Kiel de rol van de gesloten stedelijke begraafplaats Stuivenberg over. De Kielbegraafplaats werd op 1 juni 1936 voor begraving gesloten. Op 14 juni 1952 werd het opengesteld als park.
Op 8 augustus 1914 worden militaire ereperken aangelegd. De eerste die op het Schoonselhof begraven werd, op 29 augustus 1914, was een Duits soldaat.
Sinds 1 september 1921 is Schoonselhof een openbare begraafplaats.
Powered by Create your own unique website with customizable templates. Get Started
Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te personaliseren, websitegebruik te analyseren en aangepaste aanbiedingen te doen. www.youronlinechoices.eu
Herinner me later
Dankzij het initiatief van de Antwerpse Schepen voor Cultuur Frans Van Kuyck werd het Schoonselhof in 1911 door de stad verworven om te dienen als laatste rustplaats voor de doden. Daarvoor had het domein al een rijke geschiedenis. De naam Schoonselhof zou afgeleid zijn van Jan van Wilrike, gezegd van Sconsele (1319). Eertijds zou er, nabij de Schansvelden, een hoeve genaamd Sconsele bestaan hebben. Sconsele zou staan voor "schoon", mooi en "zele" voor huis of moerassige, vochtige grond. Het eigenlijke kasteel Schoonselhof was aanvankelijk een "huis van plaisantie", in de 16e eeuw een buitenverblijf van in Antwerpen gevestigde, vermogende kooplieden, en het domein lag in de heerlijkheid Wilrijk. Sinds 1540 kende het Schoonselhof een twintigtal eigenaars. In 1871 wordt Julius Moretus de laatste kasteelheer van Schoonsel. Hij sterft ongehuwd in 1911 en de stad Antwerpen koopt het landgoed van 84 hectare voor 806.799,10 frank en 58.000 frank beschrijvingskosten en bestemt het tot begraafplaats.
De aankoop was het onrechtstreeks gevolg van een decreet van keizer Jozef II. Dit edict van 26 juni 1784 maakte een einde aan begravingen in kerken en op kerkhoven. De nieuwe begraafplaatsen dienden buiten de stadskern opgericht. Het Groenkerkhof, thans Groenplaats, verdween, Stuivenberg, nu Stuivenbergplein, werd ingericht als stedelijke begraafplaats, Kiel als parochiale. Sint Willibrorduskerkhof en Sint Laurentiuskerkhof bestonden al. Sint Willibrorduskerkhof verdween in 1886 gedeeltelijk, toen de nieuwe kerk werd opgetrokken, en werd volledig ontruimd in 1891. Sint Laurentiuskerkhof, daterend van begin 18de eeuw, verdween eveneens eerst gedeeltelijk en werd in 1928, wanneer de Sint Laurentiuskerk opnieuw vergroot werd, volledig gesloten. Stuivenberg werd gesloten op 1 januari 1875, maar het duurde nog tot 1895 vooraleer de begraafplaats volledig opgeruimd werd. Vanaf 1875 nam Kiel de rol van de gesloten stedelijke begraafplaats Stuivenberg over. De Kielbegraafplaats werd op 1 juni 1936 voor begraving gesloten. Op 14 juni 1952 werd het opengesteld als park.
Op 8 augustus 1914 worden militaire ereperken aangelegd. De eerste die op het Schoonselhof begraven werd, op 29 augustus 1914, was een Duits soldaat.
Sinds 1 september 1921 is Schoonselhof een openbare begraafplaats.
Powered by Create your own unique website with customizable templates. Get Started
Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te personaliseren, websitegebruik te analyseren en aangepaste aanbiedingen te doen. www.youronlinechoices.eu
Herinner me later