MET MOBILHOME DOOR
CENTRAAL FRANKRIJK
Na een bezoek aan Alpha-motorhomes in Temse waren we door het enorme aanbod aan Mobilhome meer geïnteresseerd in reizen met zulk gevaarte. Ook al omdat we al twee seizoenen volgen van de serie Columbus met Wim Liebaert. Het kriebelde heel erg.
We hebben daarom een routeplan door Frankrijk ingepland waarbij we dagelijks naar een volgend te bekijken punt trokken om uiteindelijk de streek van de Dordogne te bereiken.
De door Corona uitgestelde eerste communie van Jasmine ging onverwacht door en Alpha meldde dat door hun fout de vorige huurder pas vrijdagavond toekwam, waardoor de camper pas zaterdagnamiddag vrij was. Daardoor konden we pas de maandag vertrekken, maar omdat het hun "schuld" was mochten we wegblijven tot woensdag 30 september. Meer dan 14 dagen in plaats van 9 dagen en eigenlijk dus een meevaller. Met dank aan de vorige huurder.
We hebben daarom een routeplan door Frankrijk ingepland waarbij we dagelijks naar een volgend te bekijken punt trokken om uiteindelijk de streek van de Dordogne te bereiken.
De door Corona uitgestelde eerste communie van Jasmine ging onverwacht door en Alpha meldde dat door hun fout de vorige huurder pas vrijdagavond toekwam, waardoor de camper pas zaterdagnamiddag vrij was. Daardoor konden we pas de maandag vertrekken, maar omdat het hun "schuld" was mochten we wegblijven tot woensdag 30 september. Meer dan 14 dagen in plaats van 9 dagen en eigenlijk dus een meevaller. Met dank aan de vorige huurder.
Op zaterdag 12/09 mochten we de sleutels van de camper ophalen. Na een mondelinge handleiding van 8 minuten mochten we vertrekken. |
|
Op zondag 13/09 ging de uitgestelde communie van Jasmine door. Een gepland feestje in de Jachthoorn kon omwille van Covid 19 niet doorgaan. We besloten dan maar om thuis een gezellig etentje, met ook oma en opa erbij, te organiseren.
|
Maandag 14/09 zijn we dan vrij vroeg vertrokken voor onze eerste trip. De keuze ven de eerste stopplaats was Thieu voor een bezoek aan de bijzondere scheepslift, met een indrukwekkende geschiedenis. |
We plaatsten onze camper op de immense parking en beslisten om eerste een boterhammetje te eten. |
|
|
De scheepslift werd geplaats op de bodem van de vallei van het nieuwe Centrumkanaal dat mooi ingericht en beplant werd. We grote pech, want de site is elke maandag gesloten. |
Neemt niet weg dat de buitenzijde van het gebouw heel indrukwekkend is. In België hé! Gekke selfie! |
|
|
Een beetje verderop zagen we boven de banen een kanaalbrug. Ook indrukwekkend. Nog op basis van de kennis van de Romeinen denk ik. |
We reden al op weg naar Bois-du-Luc waar we parkeerden midden de ooriginele (opgeknapte) woningen van de mijnwerkers |
|
|
Nabij de woning van de directie zag je het bovengedeelte van de mijnliften. |
Eens door de grote ingangspoort was er het buitenterrein met een aantal rondslingerende antieke machinerie. |
|
|
De voormalige burelen voor administratie en directie werden aangepast tot een museum. Indrukwekkend was de verkoolde boomstam. |
De toegangsdeur tot bij de directeur, was een dubbele deur met een sas ertussen waar iemand die zich wilde aanmelden minimaal kon bewegen. Boven het sas hing een schuine spiegel zodat de directeur bij voorbaat kon inschatten hoe hij zich moest opstellen tegenover de binnenkomer. |
|
|
Alvorens de burelen te mogen betreden moest men de handen grondig wassen. |
Onze gids leidde ons daarna naar buiten voor een bezoek aan de woonst van een arbeider. Hierin leefden drie generaties en de oudsten (grootouders) kregen een aparte slaapkamer. De rest moest de living aanpassen om te kunnen slapen. |
|
|
Aansluitend trokken we de bovenbouw van de mijn in, waar het duidelijk werd dat er heel wat mijnen in deze streek terug te vinden waren. Op een ludieke wijze kon je overlopen hoe diep elke mijn ontgint werd. |
Verlichten gebeurde met mijnlampen die elke dag verzameld werden om door een afzonderlijk technisch team zeer grondig bij te vullen (olie) en af te stellen. |
|
|
Transport in de mijn gebeurde met een treinstel getrokken door paarden en afdalen was met een lift. Ofwel meerdere personen ofwel met één tot twee personen. Aan de haak aan de onderkant van de cabine was een haak gemonteerd waaraan men met touw samengebonden paarden neer liet. |
Op het einde van elke werkdag wachtte een sterk reinigende douche. |
|
|
Was er nog de grote controlekamer met een antieke warmtewisselaar om het gebouw in koude maanden te verwarmen. |
|
|
|
Na La Louvière passeren we Binche, de bekende stad waar rond Carnaval de Gilles appelsienen rond smijten. Een beetje het Aalst van Wallonië. De stad heeft de best bewaarde stadsmuur van België; deze is gebouwd in de 13e eeuw en behoort tot de tweede omwalling van de stad |
We rijden verder langs Rochefort naar Gedinne. Voor ons het portaal van Frankrijk, Zo goed als op de grens blokkeerde een aantal koeien de weg nadat ze uit hun weide ontsnapt waren. Grappig. |
|
|
|
|
Overnachten doen we in Gedinne op een camperplaats. Was het daar die avond nog kermis. |
Ochtendstond heeft goud in de mond. We vertrekken in eerste naar Charleville-Mézieres en kruisen de Franse grens. We ontdekken duidelijk op de Corona kaart dat gans onze route over geel gekleurde zones loopt. Leuk meegenomen |
|
|
We willen Metz bezoeken. De stad die we reeds jaren zien liggen langs de route du soleil. Onderweg rijden we langs prachtige landschappen We kunnen niet anders dan halt houden en genieten. Een lekker pic-nic hoort er ook bij. |
Metz ligt aan de Moesel waarlangs we konden parkeren. Al van ver doemt de kathedraal St Etienne op die tot de hoogste kerkelijke gebouwen van Europa behoort. |
|
|
Een wandeling doorheen het centrum was verrijkend. |
Aan een drankje aan de voet van de kathedraal konden we echt niet weerstaan. |
|
|
Verder in de stad historische gebouwen en beelden. |
Bataclan november 2015. Een terroristische aanslag in deze Parijse concertzaal. 89 Mensen vonden de dood. Marie en Thomas uit Metz waren slchtoffeer en voor hen werd een "monument" ter herinnering ingehuldigd. |
|
|
We overnachten op camping "La Plage" en ... |
... tijdens het diner kregen we bezoek van de buurtbewoners |
|
Ongelooflijk! We hadden het al gezien vanaf de route de solaire, maar nu vlogen ze toch wel uit boven ons hoofd zeker. |
|
|
Door het Nationaal park van Lorraine rijden we richting Verdun, dat dan weer aan de Maas gelegen is. Meest bekend omwille de Slag bij Verdun. De Slag om Verdun (21 februari 1916 – 20 december 1916) was een van de bloedigste veldslagen uit de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog. Tot op de dag van vandaag staat hij symbool voor de zinloze slachting van mensenlevens. |
Even terug naar de beelden van bij ons in de Westhoek, te beginnen met de duiding door het grote kerkhof met ook hier duzend en duzend soldaten in volledige rust. Akelig en toch indrukwekkend. |
|
|
Na de grote poort door de muur rondom duidelijk een kanon en vlakbij de toegang tot het ondergrondse museum |
Foto's mocht je binnen niet nemen. Met een mobiel wagentje zonder bestuurder reden we door de gangen van de ondergrondse citadel langs visuele scenes. Boeiend! De Belgische soldaten werden geronseld in Brugge. "Choisi dans le hall de la gare de Bruges le 10 novembre 1922. Inhumé au pied de la colonne du Congrès à Bruxelles." |
|
|
Terug buiten liepen we langs een glazen wand met daarop heel wat informatie en wat verder een aantal witte monumenten. |
Voor de Slag van Verdun werd een Memorial opgericht. |
|
|
Even verder ligt het Ossuarium van Douaumont. Laat sterk denken aan Normandië |
Een stukje van het slagveld |
|
|
Verder op weg midden een heuse storm. |
|
Bladeren takken vlogen in het rond. Op die dag was er ook de grote storm Odette in Vlaanderen. |
Ons volgende doel is Nancy, de hoofdstad van de hertogen van Lotharingen, staat wereldwijd bekend voor haar 18e-eeuwse architecturale erfgoed. |
|
|
Place Stanislas is simpelweg het mooiste plein van Frankrijk. In feite één groot openlucht museum. |
Heel aangenaam vertoeven |
|
|
Tuinideetjes voor thuis |
Bye bye Nancy. Wij overnachten in de Vogezen langs de Moezel in Rebeuville |
|
|
De volgende ochtend ontdekten we de wei en de manege naast waar we overnachtten. |
Domrémy-la-Pucelle lag ongeveer op onze route, maar we waren al eerder in het dorp van Jeanne d'Arc en in haar huisje. Verder was daar niet te beleven en Troyes hoorden we in de verte ogeduldig roepen: "Ou es tu !!! " |
|
|
Onderweg naar Troyes hielden we nog een mooie stop naast prachtige wijngaarden met lekkere druiven. |
In Troyes was het even zoeken naar een geschikte parkeerplaats, maar we bleven in het centrum. |
|
|
Als eerste ontdekten we een overdekte markt. We pikten daar enkele nieuwe ideetjes op. |
Troyes is de stad van scheve vakwerkhuizen en van outlet winkels. In de smalle straatjes van de binnenstad kom je dan weer de typische vakwerkhuizen tegen die schots en scheef staan. |
|
|
Centraal een gezellig plein met waterplezier |
Kijk! Wie is hier zo onverwacht? |
|
|
Toch niet !!! |
De Seine loopt door Troyes. Spelende kinderen hebben vanaf de oever veel plezier! |
|
|
Een leuke vroege avondwandeling door Troyes is meegenomen. Wat verder wandelen we langs de kathedraal Saint Pierre Saint Paul |
Hela! Twee leuke jonge dames. |
|
|
Avondmaal werd een Mc Donaldske |
De volgende dag rijden we door natuurrijke omgevingen van oost naar west Frankrijk. Onze eerste stopplaats werd Vichy, zowat in het midden van Frankrijk. Vichy was en is bekend als het beroemde en elegante kuuroord Vichy, gekend sinds het Gallo-Romeinse tijdperk, vanwege de bronnen met weldadige en therapeutische werking, en zeer in trek bij beroemde personen zoals Napoleon III en madame de Sévigné. Een wandeling onder de galerijen rondom het Bronnenpark, en de thermale vestiging in neo-moorse stijl tot de zes thermale wateren met het Celestijnenpaviljoen, dat de bekende bron huisvest. |
|
|
Wandelen langs de rivier Allier was betoverend en voelde als enkele eeuwen terug ... |
... tot een moderne speedboot met waterskier langskwam. |
|
|
Prachtige herenhuizen en zelfs een straat voor België. |
Verder wandelen langs het badhuis - Waar is dat feestje? - en door het Bronnenpark. |
|
|
De route na Vichy bood een opeenvolging van mooie landschappen, wild en groen. |
Verder richting Clermont-Ferrand ... |
|
|
... om te overnachten op een quasi verlaten camping. |
Even nazomeren. |
|
|
De volgende morgen reden we tot in Clermont-Ferrand langs een route waar ook de Tour de France langskwam. De stad is een knooppunt in het Franse weggennet. |
Wat verder even pauze en Mireille kon even poseren. |
|
|
Vlakbij Clermont ligt Orcines waar je prachtige ritten kunt maken door het panorama van de streek in mooie witte treintjes. |
Boven wandel je met een laatste klimmetje naar de top van de Puy de Dôme. |
|
|
Aan de top de ruïne van Mercure |
Op de top ook een gericht museum, met foto van de eerste bewakers van de Puy ... |
|
|
... en van het uitzicht rondom. |
Met zulke koersfiets reed men vroeger het parcours bergop. |
|
|
Een plotse winderige en zeer hevige stortbui overviel ons. |
We hebben overnacht op een troosteloze Camperplaats, vlakbij Aubusson - beroemd omwille van de magische tapijt ontwerpen - en het bekende museum. |
|
|
Tijdens de rit naar Oradour trachtten we ons voor te bereiden op de indrukwekkende beelden die we zollen te zien krijgen. |
Oradour bereik je langs het museum aan de ingang. |
|
|
Aan de uitgang van het museum even trappen op en dan een onmiddellijke confrontatie |
Gebouwen, bewust afgebrand met enkel metalen voorwerpen als stille getuigen. Hier en daar een leesbare info. |
|
|
De stilte in het dorp is wezenloos. Alle leven werd hier stilgelegd door de mensen centraal naar de kerk te brengen en deze aansluitend in brand te steken. |
Allemaal om de wraak van een Duitse officier uit te voeren. |
|
|
Plots achter de hoek het kerkhof waar de restanten van de bewoners werden begraven. |
Aan het monument ter nagedachtenis stonden we zeker minuten muisstil, inbeeldend wat hier moet gebeurd zijn. |
|
|
Terug kerend gaf de tweede hoofdstraat eenzelfde beeld. Extra nog een Peugeot wrak. |
We zijn zeer onder de indruk buitengegaan. Aan het einde van deze reportage vind je meer
informatie omtrent de gebeurtenissen in Oradour.
Op de parking van Oradour hebben we geluncht aan de mobilhome. Aansluitend nog een lange rit door de natuur van het regionaal park Périgord-Limousin naar de camperplaats van Périgeux binnen ons hoofddoel de Dordogne. Hier ben je in het hart van de Périgord Blanc, waar je de absolute rust ervaart van de natuur. |
|
|
Périgueux is een opeenstapeling van smalle, stokoude straatjes met pareltjes van woningen. Ze brengen je van het ene naar het andere pleintje via hellingen of trappen. |
De Kathedraal Saint Front domineert de skyline van de stad. |
|
|
Even binnenkijken konden we niet laten. Bij buiten komen stond een pelgrim te bedelen. Périgueux is een tussenstop voor de wandeltocht richting Compostella, komende vanuit het Oosten. |
Leuk, nog meer steegjes en straatjes. Ook een etalage met kunstig gemaakte juwelen. |
|
|
Hey! Een authentieke paardenmolen. |
Wat verder La Source de Périgueux. |
|
|
Het bezoek aan Périguex eindigt met een drankje op een leuk terrasje, luisterend naar een plaatselijke band en ... |
... genietend van de spontane dans door een blijkbaar zeer gelukkig koppeltje dat toevallig langskwam. |
|
|
De volgende dag rijden we over Ribérac naar Saint Aulaye. Een gemeente met herinneringen van 50 jaar geleden. |
Frans en Colette, zuster en schoonbroer van Eduard Van Cauwenbergh , ooit enkele jaren mijn stiefvader, woonden hier op een boerderij na hun schippersleven. We gaan op zoek en ik ben na 50 jaar heel benieuwd of ik nog wat herken. Spijtig maar er was niets meer te herkennen. Gerenoveerd? Ook bij de Mairie was niemand op de hoogte. "Te lang geleden!" |
|
|
In een uitoek vonden we de kerk van Jeanne Baret met rondom een vervallen, stokoud kerkhof. |
Jeanne Baret soms ook geschreven als Baré was een Frans plantkundige en de eerste vrouw die rond de wereld reisde.Jeanne Baret ligt hier begraven. Op haar reis verzamelde ze 6.000 planten. Ze trouwde met een Franse soldaat en keerde terug naar Frankrijk. |
|
|
Vlak achter de kerk vloeide vloeit de Dordogne. Op de oever een vijgenboom met lekkere vijgen die ook aan de schoenen bleven plakken. |
Overnachten deden we op een camperplaats in Bergerac. Een leuke omgeving en lekker gekookt! |
|
|
Het begon in de eerste duisternis fel te regenen en we lagen gans de nacht te genieten van ons veilig schuiloord. |
Er wachtte een verrassing de volgende ochtend. Onze beste vriend was tot halverwege de wielen weggezakt door het te veel aan water. |
|
|
Zelf niet uit te krijgen, dus VAB opbellen, die al na drie kwartier een takeldienst er plekke brachten. We zijn niet naar Bergerac centrum geweest om naar het beeld van Cyrano te gaan kijken. Blijkbaar is daar verder niet veel te zien en we waren nu toch heel wat later op weg dan gepland. |
Bevrijd reden we snel verder door één van de bekendste streken van Frankrijk en vaak ook als één van de mooiste departementen gezien. |
|
|
We reden langs de Dordogne en langs La Linde. Vanuit de Camper op de baan een prachtig gelegen dorp met een middeleeuwse uitstraling. |
Belvés werd de volgende stop. Gesteld wordt dat dit één van de mooiste dorpjes is van Frankrijk. De ommuring vanuit de middeleeuwen staat rondom nog steeds recht. |
|
|
De oude marktplaats waar tot op vandaag wekelijks een markt doorgaat, met znbod van de boeren uit de omgeving. |
Mooi dorp |
|
|
Pannen! Stille getuigen van de geschiedenis. |
Met mooie beelden achter ons, rijden we verder richting Domme. Langs La Roque Gagèac, een lieflijk dorpje dat wel een lijkt met de rots. |
|
|
Vlakbij een camperplaats, aan de Dordogne. |
Mooie wandeling langs de oever met prachtige vergezichten. |
|
|
"La Plage" noemt de oever hier. Er wordt met kano's gevaren in de zomer en geplonsd in het zwembad. |
Na weeral een leuke overnachting was het hoofddoel vandaag Domme. Hogerop gelegen en je moest onderaan parkeren en te voet verder gaan. |
|
|
Logisch! Je kan moeilijk met een camper door de smalle hoofdpoort van het dorp. |
Domme hoort bij de mooiste plekken in de Dordogne. Het wordt een zogenaamde bastide genoemd, een ommuurde nederzetting. We slenteren op ons gemak door de straatjes, genietend van de omgeving. |
|
|
Heel wat kunstenaars vestigden zich in Domme en baten een winkeltje uit om hun werken te verkopen. |
Wauw, prachtige buitentafel en stoelen. We waren er zo voor verkocht. |
|
|
Domme ligt behoorlijk hoog en dat levert een aantal schitterende uitkijkpunten op. Op het hoogste punt van het dorp ligt een prachtig breed balkon. waarvandaan je uitkijkt over de rivier de Dordogne - je ziet de rivier door het groene landschap kronkelen - maar ook over de groene heuvels van de regio. |
Prachtig daarboven! |
|
|
Je kon daar ook gezellig en lekker tafelen. |
Veel zin om die dag nog wat elders te bekijken hadden we niet. Domme was te indrukwekkend. We reden verder tot in Saint-Cirq-Lapopie, bekend omwille van de vele kustenaars die er wonen. |
|
|
Dit kleine dorp ligt aan de Lot, een rivier die langzaam kabbelt door deze vallei om veel verder uit te monden in de Moezel. |
We vonden daar een kleine, bijna verlaten, camping. |
|
|
De volgende ochtend vroeg uit de veren want er wacht een lange rit. Blijkbaar al snel met enkele te nemen hindernissen door de chauffeur. |
Saint-Cirq-Lapopie was ons volgende doel, maar het regende zo hard dat we beslisten om hier later nog eens terug te komen. Veel bloemen en rode daken hebben we dus gemist. Parkeren was daar ook niet bedoeld voor een mobilhome |
|
|
Verder dan ineens naar Peche Merle om daar de fameuze grotten te bezoeken. Bij aankomst eerst onze middag pic-nic. |
In de grotten mag je niet fotograferen. Enkele buiten op de site. |
|
|
Dan maar wat foto's van Internet om te illustreren. Door de begeleiding van een gids, merkten we prachtige tekeningen in sporen uit de oertijd. Indrukwekkend! |
Het volgende doel op onze rondrit was Rocamadou . Onderweg konden we kiezen tussen de "Route Charles de Gaulle" en de "Route Forestière" . De tweede optie leek ons leuker door meer natuur rijden tot we na 100m asfalt terecht kwamen op een kwakkel bosweg. Een serieuze inspanning om door te rijden. (Bloed, zweet en tranen) |
|
|
Rocamadou |
Overnachten op Camperplaats in Sarlat |
|
|
Bezoek aan Sarlat, bekend om de industrie rond ganzenlever. |
Regenachtige dag |
|
|
Op het oude kerkhof ligt ook generaal François-Louis Fournier-Salovèze, bekend om zijn leiderschap tijdens de Franse Revolutie en de Coalitieoorlogen. Voorganger van Napoléon Bonaparte. |
Authentiek straatjes. Heel sfeervol. |
|
|
Voorbereidingen voor een overdekte markt, aan "la mairie" en aan de kerk. |
In het oude centrum .... |
|
|
De Foie
... op zoek naar Foie Gras Cru. We namen ook enkele dozen Cuisses de Canards mee. Onze schoonzoons zijn daar gek op. De Foie Gras is niet thuis geraakt. |
Midden de oude wijk op een klein pleintjes stonden ze dan. |
|
|
Verder naar Montignac aan de Vésère voor een prachtige avondwandeling. Door de stad en ... |
...
...langs de Vésère... |
|
|
... en de bebouwing aan de oever |
Echt sprookjesachtig |
|
|
Extra stop aan de oever van de Vésère |
Verder, deels langs de rivier, naar Bourges en ... |
|
|
... Auxerre. Wandeling door de stad. Kleine camperplek midden de stad. Raar volk woont daar. Wel een KFC. Veel Nederlanders. |
De volgende ochtend recht naar Charleville le Mezières. Camping Le Mont Olympic. Quasi leeg! Daar hielden we een rustdag. Lekker genieten van de camper. |
|
|
Dit leek wel een pauw |
Maandag 28/09. Rit naar Schelle, mobilhome poetsen en binnenbrengen bij Alpha |
|
|
111 1
Aanvullende foto's moeke 1 |
Aanvullende foto's moeke 2 |
|
|
Aanvullende foto's moeke 3 |
Aanvullende foto's moeke 4 |
|
|
en ,nog een filmpje |
We legden in totaal 10400 Km af, dwars door Frankrijk.
|
Twee dagen later kleurde gans Frankrijk rood omwille van de besmettingsgraad. Wij trokken enkel door gele zones. Veel geluk gehad! |
Het Bloedbad van Oradour-sur-Glane vond plaats op 10 juni 1944 in de Franse plaats Oradour-sur-Glane. Het dorp werd die dag door het eerste regiment 'Der Führer' van de 2. SS-Panzer-Division Das Reich ingesloten en uiteindelijk verwoest. Bij deze overval werden 642 mensen vermoord. Slechts zes personen overleefden het bloedbad.
Het legeronderdeel stond onder bevel van generaal Heinz Lammerding, SS-Sturmbannführer (majoor) Adolf Diekmann, SS-Hauptsturmführer (kapitein) Kahn en SS-Obersturmführer (eerste luitenant) Heinz Barth.
Het bloedbad was een wraakactie. Als aanleiding wordt wel een actie genoemd van het Franse verzet op 8 juni 1944. Toen werd in Saint-Junien, een plaatsje nabij Oradour, een spoorbrug opgeblazen. Hierbij zouden twee Duitse soldaten zijn gedood, waaronder SS-Sturmbannführer Helmut Kämpfe, die een persoonlijke vriend was van SS-Sturmbannführer Diekmann. Een andere lezing is dat Kämpfe werd ontvoerd door het verzet. Nadat zijn dienstvoertuig leeg werd aangetroffen ging de SS-divisie massaal naar hem en zijn chauffeur op zoek.
De operatie vond plaats op zaterdag na 12.00 uur. De Duitse majoor Diekmann bracht alles in paraatheid om richting Oradour te gaan. Zijn colonne arriveerde om 13.30 uur in Oradour. Binnen een half uur was het gehele dorp omsingeld en alle in- en uitgangen en toegangswegen werden afgesloten. Diekmann richtte een boerderij, die tussen Oradour en het dorpje Bordes lag, in als commandopost. Het in der haast bedachte plan bleek koel en efficiënt. Als reden voor de overval werd een routinematige identiteitscontrole opgegeven, waartoe alle inwoners zich op het marktplein moesten verzamelen. Daarna werden mannen en vrouwen gescheiden. Rond 16.00 uur begon de executie met een ontploffing. Na dit signaal werden de mannen op verschillende plaatsen in het dorp met machinegeweren geëxecuteerd. De lichamen werden in brand gestoken. De vrouwen en kinderen waren samengebracht in het kerkgebouw. Rond 17 uur zetten de SS'ers een kist neer waaruit een paar lonten hingen. Deze werden aangestoken en verspreidden een verstikkende rook, waardoor de vrouwen zich in blinde paniek op de deuren stortten. Daar werden ze opgewacht door de SS'ers die hen met machinegeweren bestookten zodat ze weer naar binnen moesten vluchten.[3] Slechts één vrouw overleefde de slachtpartij. Het jongste kind dat omkwam was slechts acht dagen oud.
De tiende juni volgens Hébras, een van de overlevenden:
Een zaterdag zoals alle zaterdagen. Oradour maakte zich op voor de zondag. De huisvrouwen deden hun inkopen en de mannen waren gewoon aan het werk en veel mannen waren al gewoon thuis omdat de zondag voor de deur stond (hierin kan ook de reden liggen voor het tijdstip van de operatie: zaterdag na 12.00 uur). Voor de bewoners van Oradour was alles rustig, maar 10 kilometer verderop bracht de Duitse majoor Diekmann alles in paraatheid om naar Oradour te gaan. Zijn colonne arriveerde om 13.30 uur in Oradour en tegen zijn mensen vertelde de Tweede-Luitenant Barth in het gehucht Bellevue, dat "zij vandaag konden zien hoe er bloed ging vloeien". Binnen een half uur was het gehele dorp omsingeld en alle in- en uitgangen en toegangswegen werden afgesneden. De majoor Diekmann richtte een boerderij in als commandopost, die tussen Oradour lag en het dorpje Bordes. Het in haast bedachte plan bleek koel en efficiënt. Als reden voor de overval werd een routinematige identiteitscontrole opgegeven, waartoe alle inwoners zich op het marktplein moesten verzamelen. Naarmate de tijd verstreek werd het aantal mensen steeds groter. Eén van de overlevenden, Robert Hébras, schrijft hierover dat hij in Oradour nog nooit zoveel mensen bij elkaar had gezien. Over de stemming zegt hij voorts dat deze gemoedelijk was. De mensen praatten normaal met elkaar en her en der was er een schampere opmerking te horen. Ook werden hier en daar door de Duitsers geruststellende opmerkingen gemaakt. Bekend is de opmerking tegen de pasteibakker, toen deze zich zorgen ging maken over de cakes die hij net in de oven had gedaan, dat hij zich geen zorgen hoefde te maken en dat "wij" er wel even op zouden letten. Gerustgesteld zou de man zich omgedraaid hebben en een gesprek met anderen hebben aangeknoopt. Om 15.00 begonnen de soldaten de mannen en de vrouwen van elkaar te scheiden. De mannen aan de ene kant van het terrein en de vrouwen en kinderen aan de andere kant. Een bevel in het Duits werd gegeven en de groep met vrouwen en kinderen werd naar een uitgang van het dorp gedreven, waar ook de kerk lag. Op dat moment zou, volgens Hébras, er nog een weinig dreigende houding van de Duitsers zijn uitgegaan. De gesprekken waren nog steeds levendig. Een Duits officier, die goed Frans sprak, verzocht burgemeester Desourteaux zich te melden. Deze deed een stap vooruit. De officier beval hem gijzelaars aan te wijzen. Hij weigerde en bood zichzelf als gijzelaar aan. Intussen moesten de wapens van de bewoners ingeleverd worden. Inmiddels brachten de Duitsers hun wapens in stelling tegen de mannen. De gesprekken verstomden. De mannen werden opgesplitst en opgesloten in diverse schuren. Om 16.00 uur hoorde Hébras een grote knal, waarvan hij dacht dat het een granaat was.
Direct hierna begonnen de machinegeweren te ratelen. Overal hoorde hij kreunende mannen. De geur van bloed vermengde zich met de geur van hooi, stof en kruitdamp. Hébras was onder de lichamen van anderen terechtgekomen en schrijft zich nog niet gerealiseerd te hebben, wat er op dat moment aan de hand was. Hij noemt hierbij in zijn verslag, dat de schuur veranderd was in "een hel op aarde". Later hoorde hij Franse stemmen, die hij herkende aan het accent van zijn geboortestreek. Dit waren vier andere vrienden, die de slachting overleefd hadden en met hen wist hij zichzelf in veiligheid te brengen. Zij verscholen zich in drie grote konijnenhokken achter de schuur en hervonden hun vrijheid. Wat het lot van de vrouwen en de kinderen betreft, laat hij mevrouw Rouffanche aan het woord. Zij vertelt dat zij om 14.00 opeens Duitse soldaten in haar huis vond, die haar dwongen naar het marktplein te gaan, waar de mannen en de vrouwen van elkaar gescheiden werden. Alle vrouwen, veel moeders met hun kinderen op de arm of tegen zich aangedrukt, werden in de kerk bijeengedreven. Met grote angst wachtten zij de gebeurtenissen in de kerk af. Omstreeks een uur of 4 kwamen twee jonge soldaten de kerk binnen en plaatsten een soort kist in het koor van de kerk. Uit deze kist hingen lange draden tot aan de grond. De mensen moeten door een hel gegaan zijn. Plotseling een grote knal, waardoor de hele kerk in brand vloog en alle vrouwen en kinderen levend verbrandden. Mevrouw Rouffanche wist met behulp van een knielbankje naar een kerkraam toe te klimmen en werd daarbij gevolgd door een jonge vrouw en haar baby, die door de Duitsers naar beneden geschoten werden en stierven. Mevrouw Rouffanche raakte zelf gewond en liet zich vallen. Gedurende twaalf lange uren hield zij zich verborgen tussen erwtenplanten. De moordenaars slachtten honderden vrouwen en kinderen af. De jongste van hen was nog geen week oud. Later op de dag werd de rest van het dorp in brand gestoken. In de loop van de middag kwam een tram, die een proefrit maakte, met een paar bewoners in Oradour aan. Deze passagiers werkten bij de trammaatschappij. Een van hen stapte uit en werd doodgeschoten. De nazi's stuurden de tram met de andere passagiers terug naar Limoges. Toen de volgende tram in Oradour arriveerde om 19.30 uur, mochten de 20 bewoners van Oradour uitstappen. Zij kregen van de Duitse soldaten te horen, dat zij hun gelukkig gesternte mochten danken, omdat de rest van Oradour was afgeslacht. De Duitsers hadden inmiddels Oradour geplunderd en gingen weg. Twee dagen later kwamen ze terug om twee grote massagraven te delven. Een paar dagen later zonden de Duitsers een paar officieren naar Oradour. Hun taak was de effectiviteit van de operatie te inventariseren. Een paar inwoners van Oradour, met wat pluimvee, bleven ontredderd en verslagen achter. Zij hadden de droeve taak om de doden te identificeren en te begraven of hun as veilig te stellen.
Bij de ingang van het dorp is in 1999 een museum ingericht, het Centre de la Memoire. Het is een ondergronds museum. Wie de ingang van het museum passeert komt midden in het dorp weer bovengronds. Daar zijn alle ruïnes nog in de staat van na de verwoesting. Kleine plaquettes op de huizen geven aan of er een winkel, kapperszaak, garage of kledingatelier gevestigd was. Alles is zo gelaten zoals het de fatale dag is achtergelaten, inclusief de auto van de huisarts, die nog op het dorpsplein staat.
Kort na de oorlog kwam Charles de Gaulle naar Oradour. Hij besliste dat de resten van het oude dorp de functie moesten verkrijgen van monument. Hij besloot tevens dat het nieuwe Oradour op een steenworp afstand weer opgebouwd zou worden. De resterende inwoners van Oradour woonden enige jaren in primitieve omstandigheden totdat het nieuwe Oradour in 1953 werd ingewijd. De regering besloot dat de bevolking van Oradour rouwkleding zou moeten dragen en dat het nieuwe Oradour ook deze sfeer moest uitademen. Oradour mocht alleen de grijze kleur hebben.
Het legeronderdeel stond onder bevel van generaal Heinz Lammerding, SS-Sturmbannführer (majoor) Adolf Diekmann, SS-Hauptsturmführer (kapitein) Kahn en SS-Obersturmführer (eerste luitenant) Heinz Barth.
Het bloedbad was een wraakactie. Als aanleiding wordt wel een actie genoemd van het Franse verzet op 8 juni 1944. Toen werd in Saint-Junien, een plaatsje nabij Oradour, een spoorbrug opgeblazen. Hierbij zouden twee Duitse soldaten zijn gedood, waaronder SS-Sturmbannführer Helmut Kämpfe, die een persoonlijke vriend was van SS-Sturmbannführer Diekmann. Een andere lezing is dat Kämpfe werd ontvoerd door het verzet. Nadat zijn dienstvoertuig leeg werd aangetroffen ging de SS-divisie massaal naar hem en zijn chauffeur op zoek.
De operatie vond plaats op zaterdag na 12.00 uur. De Duitse majoor Diekmann bracht alles in paraatheid om richting Oradour te gaan. Zijn colonne arriveerde om 13.30 uur in Oradour. Binnen een half uur was het gehele dorp omsingeld en alle in- en uitgangen en toegangswegen werden afgesloten. Diekmann richtte een boerderij, die tussen Oradour en het dorpje Bordes lag, in als commandopost. Het in der haast bedachte plan bleek koel en efficiënt. Als reden voor de overval werd een routinematige identiteitscontrole opgegeven, waartoe alle inwoners zich op het marktplein moesten verzamelen. Daarna werden mannen en vrouwen gescheiden. Rond 16.00 uur begon de executie met een ontploffing. Na dit signaal werden de mannen op verschillende plaatsen in het dorp met machinegeweren geëxecuteerd. De lichamen werden in brand gestoken. De vrouwen en kinderen waren samengebracht in het kerkgebouw. Rond 17 uur zetten de SS'ers een kist neer waaruit een paar lonten hingen. Deze werden aangestoken en verspreidden een verstikkende rook, waardoor de vrouwen zich in blinde paniek op de deuren stortten. Daar werden ze opgewacht door de SS'ers die hen met machinegeweren bestookten zodat ze weer naar binnen moesten vluchten.[3] Slechts één vrouw overleefde de slachtpartij. Het jongste kind dat omkwam was slechts acht dagen oud.
De tiende juni volgens Hébras, een van de overlevenden:
Een zaterdag zoals alle zaterdagen. Oradour maakte zich op voor de zondag. De huisvrouwen deden hun inkopen en de mannen waren gewoon aan het werk en veel mannen waren al gewoon thuis omdat de zondag voor de deur stond (hierin kan ook de reden liggen voor het tijdstip van de operatie: zaterdag na 12.00 uur). Voor de bewoners van Oradour was alles rustig, maar 10 kilometer verderop bracht de Duitse majoor Diekmann alles in paraatheid om naar Oradour te gaan. Zijn colonne arriveerde om 13.30 uur in Oradour en tegen zijn mensen vertelde de Tweede-Luitenant Barth in het gehucht Bellevue, dat "zij vandaag konden zien hoe er bloed ging vloeien". Binnen een half uur was het gehele dorp omsingeld en alle in- en uitgangen en toegangswegen werden afgesneden. De majoor Diekmann richtte een boerderij in als commandopost, die tussen Oradour lag en het dorpje Bordes. Het in haast bedachte plan bleek koel en efficiënt. Als reden voor de overval werd een routinematige identiteitscontrole opgegeven, waartoe alle inwoners zich op het marktplein moesten verzamelen. Naarmate de tijd verstreek werd het aantal mensen steeds groter. Eén van de overlevenden, Robert Hébras, schrijft hierover dat hij in Oradour nog nooit zoveel mensen bij elkaar had gezien. Over de stemming zegt hij voorts dat deze gemoedelijk was. De mensen praatten normaal met elkaar en her en der was er een schampere opmerking te horen. Ook werden hier en daar door de Duitsers geruststellende opmerkingen gemaakt. Bekend is de opmerking tegen de pasteibakker, toen deze zich zorgen ging maken over de cakes die hij net in de oven had gedaan, dat hij zich geen zorgen hoefde te maken en dat "wij" er wel even op zouden letten. Gerustgesteld zou de man zich omgedraaid hebben en een gesprek met anderen hebben aangeknoopt. Om 15.00 begonnen de soldaten de mannen en de vrouwen van elkaar te scheiden. De mannen aan de ene kant van het terrein en de vrouwen en kinderen aan de andere kant. Een bevel in het Duits werd gegeven en de groep met vrouwen en kinderen werd naar een uitgang van het dorp gedreven, waar ook de kerk lag. Op dat moment zou, volgens Hébras, er nog een weinig dreigende houding van de Duitsers zijn uitgegaan. De gesprekken waren nog steeds levendig. Een Duits officier, die goed Frans sprak, verzocht burgemeester Desourteaux zich te melden. Deze deed een stap vooruit. De officier beval hem gijzelaars aan te wijzen. Hij weigerde en bood zichzelf als gijzelaar aan. Intussen moesten de wapens van de bewoners ingeleverd worden. Inmiddels brachten de Duitsers hun wapens in stelling tegen de mannen. De gesprekken verstomden. De mannen werden opgesplitst en opgesloten in diverse schuren. Om 16.00 uur hoorde Hébras een grote knal, waarvan hij dacht dat het een granaat was.
Direct hierna begonnen de machinegeweren te ratelen. Overal hoorde hij kreunende mannen. De geur van bloed vermengde zich met de geur van hooi, stof en kruitdamp. Hébras was onder de lichamen van anderen terechtgekomen en schrijft zich nog niet gerealiseerd te hebben, wat er op dat moment aan de hand was. Hij noemt hierbij in zijn verslag, dat de schuur veranderd was in "een hel op aarde". Later hoorde hij Franse stemmen, die hij herkende aan het accent van zijn geboortestreek. Dit waren vier andere vrienden, die de slachting overleefd hadden en met hen wist hij zichzelf in veiligheid te brengen. Zij verscholen zich in drie grote konijnenhokken achter de schuur en hervonden hun vrijheid. Wat het lot van de vrouwen en de kinderen betreft, laat hij mevrouw Rouffanche aan het woord. Zij vertelt dat zij om 14.00 opeens Duitse soldaten in haar huis vond, die haar dwongen naar het marktplein te gaan, waar de mannen en de vrouwen van elkaar gescheiden werden. Alle vrouwen, veel moeders met hun kinderen op de arm of tegen zich aangedrukt, werden in de kerk bijeengedreven. Met grote angst wachtten zij de gebeurtenissen in de kerk af. Omstreeks een uur of 4 kwamen twee jonge soldaten de kerk binnen en plaatsten een soort kist in het koor van de kerk. Uit deze kist hingen lange draden tot aan de grond. De mensen moeten door een hel gegaan zijn. Plotseling een grote knal, waardoor de hele kerk in brand vloog en alle vrouwen en kinderen levend verbrandden. Mevrouw Rouffanche wist met behulp van een knielbankje naar een kerkraam toe te klimmen en werd daarbij gevolgd door een jonge vrouw en haar baby, die door de Duitsers naar beneden geschoten werden en stierven. Mevrouw Rouffanche raakte zelf gewond en liet zich vallen. Gedurende twaalf lange uren hield zij zich verborgen tussen erwtenplanten. De moordenaars slachtten honderden vrouwen en kinderen af. De jongste van hen was nog geen week oud. Later op de dag werd de rest van het dorp in brand gestoken. In de loop van de middag kwam een tram, die een proefrit maakte, met een paar bewoners in Oradour aan. Deze passagiers werkten bij de trammaatschappij. Een van hen stapte uit en werd doodgeschoten. De nazi's stuurden de tram met de andere passagiers terug naar Limoges. Toen de volgende tram in Oradour arriveerde om 19.30 uur, mochten de 20 bewoners van Oradour uitstappen. Zij kregen van de Duitse soldaten te horen, dat zij hun gelukkig gesternte mochten danken, omdat de rest van Oradour was afgeslacht. De Duitsers hadden inmiddels Oradour geplunderd en gingen weg. Twee dagen later kwamen ze terug om twee grote massagraven te delven. Een paar dagen later zonden de Duitsers een paar officieren naar Oradour. Hun taak was de effectiviteit van de operatie te inventariseren. Een paar inwoners van Oradour, met wat pluimvee, bleven ontredderd en verslagen achter. Zij hadden de droeve taak om de doden te identificeren en te begraven of hun as veilig te stellen.
Bij de ingang van het dorp is in 1999 een museum ingericht, het Centre de la Memoire. Het is een ondergronds museum. Wie de ingang van het museum passeert komt midden in het dorp weer bovengronds. Daar zijn alle ruïnes nog in de staat van na de verwoesting. Kleine plaquettes op de huizen geven aan of er een winkel, kapperszaak, garage of kledingatelier gevestigd was. Alles is zo gelaten zoals het de fatale dag is achtergelaten, inclusief de auto van de huisarts, die nog op het dorpsplein staat.
Kort na de oorlog kwam Charles de Gaulle naar Oradour. Hij besliste dat de resten van het oude dorp de functie moesten verkrijgen van monument. Hij besloot tevens dat het nieuwe Oradour op een steenworp afstand weer opgebouwd zou worden. De resterende inwoners van Oradour woonden enige jaren in primitieve omstandigheden totdat het nieuwe Oradour in 1953 werd ingewijd. De regering besloot dat de bevolking van Oradour rouwkleding zou moeten dragen en dat het nieuwe Oradour ook deze sfeer moest uitademen. Oradour mocht alleen de grijze kleur hebben.