Bezoek aan het muntmuseum van de Nationale Bank
Vooraf een in een typisch Brussels café |
|
|
Pas open om 14.00 uur. Dus nog even door de straten lopen. |
Van zodra de mens leerde materialen te verzamelen om in leven te blijven ontstond er ruilhandel. Gij hebt vlees, ik maak pijlen en hij heeft zaden. Onder elkaar werd er vervolgens geruild. Het ruilmiddel was wat je in handen had. Het is pas veel later dat de ruilpartner ook oog kreeg voor bijvoorbeeld de kralen rond mijn nek. Door voor te stellen om een stuk vlees extra te ruilen voor een aantal kralen ontstonden de eerste ruilmiddelen. Zo heeft ook thee lange tijd een geldmiddel geweest. Op het eiland Yap werden aragoniet stenen gebruikt. |
|
|
Hoe meer schelpen je kon vergaren hoe meer aanzien men had. Daarom ook dat de schelpen een betaalmiddel werden. De idee werd om de schelpen als een soort borg te bekijken (zoals goud vandaag) voor de idee om muntstukken te slaan. Dat was handiger dan te sleuren met hele zakken schelpen. |
In het Muntmuseum illustreert men de evolutie van betaalmiddelen naar geld en de waarde er van. |
|
|
Een ganse geschiedenis bestond geld enkel in muntvorm die verzameld werden in een beugel. In het begin had elke munt dezelfde waarde. Later kwam er een dubbel waarde en zelfs meer. Het gewicht van een munt was bepalend. Een dubbel 2 x het gewicht van een enkel, enzovoort. Beurzen werden daarom gewogen en de waarde er van was het aantal x het gewicht van de eerste munt. |
Omdat meer en meer waarde gehecht werd aan munten ontstond ook de idee om munten te slaan in diverse metalen. Hoe zeldzamer het metaal was hoe waardevoller het muntstuk. Brons was een volgende stap, dan koper en meest waardevol werd goud. |
|
|
Zo ontstonden industrieën in de zoektocht naar ertsen van metalen. Uiteraard werd goud het meest verlangt. Om wildgroei te vermijden werd een vaste waarde voor één gram goud vastgelegd. Goudstaven van 250, 500 en 1.000 gram werden gegoten om een waarborg tegenover de waarde op te bouwen. |
Geld werd het enige betaalmiddel. In de handel gingen kilo's over en weer. Ook meer en meer voor grote sommen. Pas in de 19de eeuw dacht men er aan om grotere waarden vast te leggen op gedrukte biljetten. |
|
|
Bewakers werden aangesteld om toe te zien dat geen waarde verschuivingen plaats vonden. Later werden dit de bankiers. Doel werd dat er afspraken volgden dat de hoeveelheid aan gedrukte papieren geld en geslagen munten voldoende ingedekt werden door het gewicht aan goud dat men bezat. Wat men vandaag nog steeds doet, land per land, Nationale Bank per land. |
Al van 1957 leefde de drang binnen Europa om een eenheidsmunt te gaan gebruiken. Na de oorlog kwamen vele landen samen voor handelsovereenkomsten te sluiten. De Europese Unie ontstond en waarom dan geen gelijke munt zoals de dollar in Amerika. Op 1 januari 2002 komen de munten en biljetten van de Euro in omloop. Gelijke waarden, gelijke look met uitzondering dat elk land een bepaald embleem of teken met beroemde geschiedenis mocht voorleggen voor de munten. |
|
|
In het Muntmuseum van de Nationale Bank kan je de historiek overzichtelijk bekijken. |
Vandaag worden de munten van de Euro voor ons land geslagen en gedrukt in Utrecht. Kwestie van minder machines over Europa te verdelen. |
|
|
Het was niet alleen een leuk bezoek, maar vooral zeer leerzaam. |